“Het was geen vetpot, maar we hebben er het beste van gemaakt”

 

Toen de boot met 12.500 passagiers aan boord uit Jakarta vertrok, was hij enorm onder de indruk van de immens grote oceaan, de streep die de boot achterliet en het water dat in de verte de horizon leek te raken. Zeven jaar was hij en op weg met zijn familie naar een land ver weg, genaamd Nederland. Het was het jaar 1951, de oorlog rond een zelfstandig Indonesië was voorbij.

De heer Sarkol blikt terug op die tijd dat hij zijn geboorteland voorgoed verliet. Hij vertelt erover en weet zich daarbij haast ieder detail feilloos te herinneren. Zijn levensverhaal komt tot bloei. Over de reis die begon in Soerabaja en via Jakarta naar Rotterdam leidde. Ze waren ruim een maand onderweg. De boot zat vol met KNIL-soldaten en hun familieleden. Zijn vader was één van die soldaten. Onderweg hoorden we dat de KNIL-soldaten werden ontslagen. In Nederland kwamen ze terecht in kamp Westerbork, waar ze als asielzoekers werden opgevangen. Daarna gingen ze door naar Geleen. Kort daarna kwamen ze in Montfort terecht. Hier ging de heer Sarkol naar de basisschool en groeide hij op in een gezin met twaalf kinderen. Nederland werd zijn nieuw vaderland. “In zo’n groot gezin was het geen vetpot, maar we hebben er het beste van gemaakt”, herinnert hij zich.

Nonnen in het Laurentiusziekenhuis

Hij heeft een zeer bewogen leven achter de rug. Zo was hij ruim veertig jaar werkzaam in de zorg. Hij werkte als verpleegkundige en nachtverpleger bij verschillende organisaties. Zoals in de jaren 70 bij het Laurentiusziekenhuis, dat toen nog werd geleid door de nonnen. Daar werkte ook zijn vrouw, die ook in de zorg werkte. Tien jaar lang werkten ze samen in het ziekenhuis. “Een erg mooie tijd was dat”, herinnert de heer Sarkol zich: “Toen heb ik Roermond opgebouwd zien worden. Ook de Donderberg. Er was nog niet veel. We kwamen hier wel eens met de ambulance.“

Als ik er dan nog maar ben

Later ging hij werken in een sanatorium en een bejaardentehuis in Zuid-Limburg. Daar heeft hij als nachtverpleger bijzondere en indrukwekkende herinneringen aan overgehouden. “Zoals die keer dat ik met een jonge collega onze ronde liep. We klopten aan op de deur van de kamer van een oude vrouw. Er hing een bedompte sfeer. Ze zat daar op haar bed en klemde een witte zakdoek stevig in haar rechterhand. Ik vroeg haar hoe het ging en of ze niet kon slapen. Ze reageerde niet, ze keek niet eens op. Uiteindelijk hebben we toch een beetje uit haar weten te krijgen. Het bleek dat ze zich erg eenzaam voelde, vooral ’s-nachts wanneer het rustig was. Ze kreeg overdag ook nauwelijks bezoek. Dat maakte haar leefwereld klein. Uiteindelijk hebben we haar in bed weten te leggen en vond ze het fijn dat we haar toestopten. We wensten haar welterusten en zeiden tot morgen. Waarop zij antwoordde. Als ik er dan nog maar ben. Die opmerking hakte er bij mij maar zeker bij mijn jonge collega enorm in. Het besef dat het leven zomaar afgelopen kan zijn. En de eenzaamheid waarmee oude mensen vaak worstelen. We moesten allebei even op adem komen.“

Onderdeel van de cultuur

Eenzaamheid is een thema dat van alle tijden is. Ook nu herkent de heer Sarkol veel eenzaamheid om zich heen. “Op de Donderberg zijn er mensen die zich eenzaam voelen. Dat zie je als mensen nog nauwelijks buiten komen en ze geen bezoek meer ontvangen.” Zelf probeert hij eenzaamheid te doorbreken. Hij bezoekt vaak familie of krijgt zelf bezoek. Ook zijn zoon woont in de buurt. Hij gaat ook nog steeds regelmatig op vakantie naar zijn geboortedorpje op de Molukken. Daar heeft hij veel familie wonen. Nu heeft hij in zijn woonkamer acht vishengels klaarliggen om mee te nemen. “Samen vissen is een onderdeel van onze cultuur, en is in mijn geboortedorp ook van levensbelang. Een vis vangen om op te kunnen eten.”

Familie en cultuur spelen een centrale rol in zijn leven. “Als we met familie bij elkaar komen dan eren we onze overleden familieleden. Dat doen we door een bord met eten en geld te offeren. We zetten dit neer op een offerplek in huis”, legt de heer Sarkol uit.

De heer Sarkol kan nog uren doorpraten over zijn bewogen leven en zijn herinneringen. Als luisteraar hang je aan de lippen van een boeiend prater. Dat maakt hem een markante man boordevol prachtige en beeldende verhalen.