Een wereld zònder vogels…
Kunt u zich daar iets bij voorstellen? Ik niet. En tegelijkertijd zijn we ze zo gewend dat we ze vaak dagenlang NIET zien terwijl het er nog steeds van krioelt. Nog wel… Maar daar gaat het even niet om nu. NU zijn ze er nog. Het is half juni en met dit tegenwoordige Middellandse Zeeklimaat hier hebben we dag en nacht de balkon-deuren open en is het een gejubel van jewelste als je er op let. Ook als er niet op let dus: het IS er gewoon!
Vanmorgen werd ik wakker met braamsluipersgekwetter of grasmussen: ik kan die nooit uit elkaar houden. Het is ongetwijfeld niet zo moeilijk en het stikt van de sites met vogelgeluiden, maar ik ben te “murg” om mezelf naar zo’n site te hijsen. Trouwens wat doet het er toe? Hoofdzaak is dat ie zingt en dat het mooi is en of dat nou een Provencaalse Dwarsfluithopper is of een Midden-Limburgse Scheefbekzanger: het zal je een zorg zijn. Het enigste voorname is dat ’t je raakt.
Nu net, tussen de middag, waren het weer ’s de zwartkoppen die de boventoon voerden. Je snapt het niet dat ze er nog zijn want alle ondergroei wordt tegen-woordig zo ongeveer weg gemaaid en gehakt en gezaagd, maar ze weten zich toch te handhaven. Top!
Gister ’s rond de vijver achter de Viever-flat gehobbeld. Mens je struikelde er over de jonge waterhoentjes, meerkoeten, ganzen en zwanen…. Ik zag nu trouwens ook voor het eerst duidelijk dat de oeverbegroeiing echt niet overal is ontstaan, wat de deskundigen toen (ook in dit blad) voorspelden toen de beschoeiing jaren geleden was weggerot en de rest werd weggesloopt. Op veel plaatsen is erg veel groen gekomen in allerlei soorten, maar ook hele stukken zijn nog gewoon kaal. Geen idee.
Trouwens heeft u ook al gemerkt dat er weer massaal mussen zijn? Ik hoorde er al verschillende mensen over en op het terras van de Ontmoetingsruimte stikt het er ook van. Onze gastheer Hussein kwam laatst met een graansilootje aanzetten om aan de voerplank te hangen. Ik zeg ”man dat is voor kanaries”, “maakt niet uit” zegt Hussein, “ik heb er ook eentje opgehangen thuis en het is een groot succes ”. Ik denk dat zal wel, maar hier niet want wij kunnen doorgaans ophangen wat we willen en het schimmelt alleen maar weg… Edoch, ziedaar: de mussen hebben het gevonden en bijna elke dag is 1/3 silo opgepeuzeld.
Cabaretier Hans Dorrestijn, ontdekte in de loop van z’n leven dat vogels hem uit zijn zwartgallige buien konden halen. Naar ze kijken is multi goed voor/tegen je depres-sieve dingen. Wisten wij al, maar ja wij zijn ook geen VIP, die hebben een hardere schil natuurlijk. Of nog erger: een moderne spreuk die ik tegenwoordig steeds tegenkom: “waar je een veer vindt, kwam een engel voorbij” of variaties op dit idee. Allemaal simpele feitjes die je al wist als je al van vogels hield.
Je zou makkelijk een serie in dit blad kunnen beginnen, met belangrijke vogelmomenten in je leven. Zonder te overdrijven. Als ik terugkijk op de afgelopen bijna 70 jaar zijn de ogenblikken met bepaalde vogels me vaak bijgebleven door die vogels zelf nèt op dat moment.
De eerste keer dat we Goudvinken in onze tuin hadden, b.v. in die strenge winter van ‘63. Allemaal bloedrode borsten in die ondergesneeuwde berken. Mijn God… Of de eerst keer dat ik een Wielewaal zag in de kruinen van de populieren langs de Roer: een gele flits, meer niet, maar hij ging dwars door je hart.
Of toen je voor ‘t eerst een Nachtegaal hoorde… Mysterieus verscholen: nóóit te zien, maar z’n trillers gingen tot in je meest afgelegen vezels. Eentje heb ik ooit nagetekend uit een boek en die staat nu middenin m’n huiskamer met al z’n regenboog kleuren.
Sorry mensen, het was niet op de Donderberg, maar middenin een stinkend drukke straat in Cochin in Zuid-India. In het donker, onder een dicht struikgewas, langs de kant van de weg, achter bergen vuilnis en mensen die er lagen te slapen en God weet wat er allemaal krioelde en razend druk verkeer er langs.
Een z.g. Indiase Pitta. Zo klein als een merel, meer gedrongen en hij maakt een gek geluid wat me naar hem toe trok boven al het lawaai uit. En opeens een streepje zonlicht in al die troep en daar zat ie: rood, groen, blauw en geel te stralen. Zó klein en onbetekenend tussen al die chaos en rommel en zó van belang op dat moment in al z’n eenvoud. Hij kwam naar binnen en is nooit meer weggegaan!
© Hans Vas – Donderberg Wijkblad, editie juli 2018